vrijdag 15 april 2016

Rekenkundig onderzoek

N.a.v. de boomhut en het storten van het zand werd deze week het volume van een balk en een kubus berekend.
In groep gingen de kinderen aan het werk om dm³ en m³ te bouwen.  Deze hangen nu op aan het plafond.



Oplossingen voor het probleem bedenken.


We kunnen allemaal in 1 m³.


Daar hangen ze dan!

We leerden ook dat in 1dm³ juist 1 liter water kon en dat die dan nog eens 1 kg weegt.
Iemen zei:"Als je dit met melk zou doen, dan verandert het gewicht."
"Inderdaad, Iemen.  Hoe heet dat ook weer het gewicht van een stof?"
"Het soortelijk gewicht."
"Hoe kan je zien of het soortelijk gewicht kleiner of groter is dan dat van water?"
"Wanneer het kleiner is, drijft de stof.  Wanneer het groter is, zinkt de stof."

Ze waren deze week zand komen storten in de zandbak.  Daarom zochten we het s.g. van zand op.  Dat was 1,6 kg.  We berekenden a.d.h.v. het gewicht van het gestorte zand, hoeveel m³ we hadden gekregen.

Toen we dit wisten, gingen we over naar bruto, netto en tarra.

tarra = zand
netto = vrachtwagen
bruto = vrachtwagen + zand

Geen opmerkingen:

Een reactie posten