Techniekpaspoort : maken

Kim Van de Velde
Techniekpaspoort : maken
 

1. Behoefte en probleemstelling.
Wat ga ik maken? Aan welke criteria moet mijn voorwerp voldoen?









2. Ontwerpen.
Hoe ga ik het maken?
a.Maak een schets of een schrijf een stappenplan.  Vergeet de verschillende materialen niet te noteren.



























b. Moeten er veiligheidsvoorschriften in acht genomen worden bij het gebruik van het gereedschap?  Zo ja, welke?








3. Realiseren.
Ik maak het.  Maak foto’s van de verschillende stappen om je voorwerp te maken.  Kleef ze op de achterkant of voeg ze in via de computer.
4. In gebruikname.
Ik test uit of mijn voorwerp werkt en ik toets dit af aan de criteria.
Kan ik nog iets verbeteren?  Zo ja, wat?
(Dit onderdeel kan je ook invullen na de leerronde)






5. Evaluatie.
Wat heb ik geleerd? 
a. Gereedschap
b. Kennis van : - materiaal
                       - constructies (= hoe ik iets sterker kan
                         maken)
                       - hefbomen/katrollen/tandwielen/ketting of  
                         frame overbrengen.
c.Kennis van natuurlijke verschijnselen:
0 uitzetten/krimpen
0 drijven / zinken
0 oplosbaarheid
0 licht en schaduw
0 conservatie (inpekelen, invriezen)
0 druk, opwaartse kracht, verbonden vaten
0 magnetisme
0 smelten, bevriezen en stollen
0 verdampen, koken en condenseren
d. Kennis van de te doorlopen stappen.

Techniekpaspoort : info
 

1. Behoefte en probleemstelling.
Criteria van materialen kunnen zijn :
-       Sterkte
-       Hardheid
-       Brandbaarheid
-       Milieu- en weerbestendigheid
-       Veerkracht
-       Milieuvriendelijk
-       Gewicht
-       Herbruikbaarheid
-       Kostprijs
-       Absorptievermogen
-       Drijfvermogen
-       Stroomgeleiding of isolator
-       Warmtegeleiding
-       Oplosbaarheid
-       Mengbaarheid
-       ….

2. Ontwerpen.
Hoe ga ik het maken?
a.Maak een schets of een schrijf een stappenplan.  Vergeet de verschillende materialen niet te noteren.



















b. Moeten er veiligheidsvoorschriften in acht genomen worden bij het gebruik van het gereedschap?  Zo ja, welke?








3. Realiseren.
Ik maak het.  Maak foto’s van de verschillende stappen om je voorwerp te maken.  Kleef ze op de achterkant of voeg ze in via de computer.
4. In gebruikname.
Ik test uit of mijn voorwerp werkt en ik toets dit af aan de criteria.
Kan ik nog iets verbeteren?  Zo ja, wat?
(Dit onderdeel kan je ook invullen na de leerronde)






5. Evaluatie.
Wat heb ik geleerd? 
a. Gereedschap
b. Kennis van : - materiaal
                       - constructies (= hoe ik iets sterker kan
                         maken)
                       - hefbomen/katrollen/tandwielen/ketting of 
                         frame overbrengen.
c.Kennis van natuurlijke verschijnselen:
0 uitzetten/krimpen
0 drijven / zinken
0 oplosbaarheid
0 licht en schaduw
0 conservatie (inpekelen, invriezen)
0 druk, opwaartse kracht, verbonden vaten
0 magnetisme
0 smelten, bevriezen en stollen
0 verdampen, koken en condenseren
d. Kennis van de te doorlopen stappen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten