Landenpaspoort

Landenpaspoortgemaakt door Kim Van de Velde

1. Naam	_______________________________________________
2. Kaart + vlag
3. Ligging
4. Staatsvorm + staatshoofd + nationale feestdag	Staatsvorm : _________________________________ Staatshoofd : _________________________________ Nationale feestdag : ____________________________
5. Munteenheid	_______________________________________________
6. Taal	_______________________________________________
7. Oppervlakte	_______________________________________________
8. Reliëf	Laagste punt : __________________________________ _________m Hoogste punt : __________________________________ _________m
9. Klimaat + vegetatie	a. Klimaat : _____________________________________ b. Vegetatie : ___________________________________
10. Economie
11.Tijdszone	Als het in Brussel 12u ’s middags is dan is het in  ___________, __________uur.

Landenpaspoort : uitleg

1. Naam :

Noteer de naam van de rivier, plaats, het gebergte, het land, … .

Wanneer het een land is, noteer je ook de hoofdstad.

2. Kaart + vlag :

Zoek een afbeelding van de rivier, plaats, het gebergte, het land, … .

Kleur de vlag na of zoek een afbeelding en kleur ze in de juiste kleuren.

3. Ligging :

In België	In andere delen van de wereld
-       Provincie -       Gewest -       Gemeenschap	-       Plaats -       Land -       Werelddeel (Azië, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica, Oceanië, Europa)

+ Duid de aardrijkskundige namen aan op de blinde kaarten van België, Europa, de wereld.  Gebruik hiervoor je atlas!

4. Staatsvorm + staatshoofd :

0 monarchie

0 republiek

0 dictatuur

0 keizerrijk

0 andere : ….

Wie is de leider van het land?

Wanneer vieren ze de nationale feestdag?

5. Munteenheid :

Met welke munt wordt er betaald?

6. Taal :

Welke taal/ talen wordt/worden er gesproken in het land?

7. Oppervlakte :

Hoeveel km² bedraagt het land? 

8. Reliëf :

Zoek op in de atlas.

Wat is het laagste en het hoogste punt van het land en noteer de hoogte in meter.

9. Klimaat + vegetatie :

Kijk op de bijlage en noteer in welk klimaatgordel de plaats ligt.  Vergelijk de gordels met een wereldkaart in je atlas.

Welke planten en bomen komen hier vooral voor?

10. Economie :

Waaruit haalt het land zijn inkomsten? (Zoek op in je atlas)

Industrie	Landbouw
-       Metaal -       Hout -       Scheepsbouw -       …	-       Veeteelt -       Visvangst -       Wijnteelt -       Katoenteelt -       …

Kopieer ook de kaarten en kleef ze in bijlage erbij.

11. Tijdszone :

Als het in Brussel 12u ’s middags is dan is het in ____________________, __________uur.